15-04-2009

Recensie: Lord of the Flies

Nu ik Lord of the Flies uitheb, vraag ik me af waarom ik er máánden over deed om deze roman uit te lezen. Iets meer dan 200 pagina's zijn niet onoverkomelijk en bovendien is het boek meeslepend in al zijn trieste schoonheid. Het zet zelfs aan tot denken!

Eén en ander kan aan mijn beroerde leesdiscipline hebben gelegen, maar dat ga ik hier natuurlijk niet bekennen en dus schuif ik het maar op het wollige taalgebruik in de eerste hoofdstukken. Dat doet het boek soms ouder lijken dan het is (jaar van publicatie: 1954), maar dat kan aan mij liggen. Wat wél zeker is, is dat Lord of the Flies een meeslepend verhaal is. William Golding gaat recht op z'n doel af en de tekst komt zo wat sober over; er zijn geen loze scènes te vinden, alles wat gebeurt en gezegd wordt, staat in dienst van het verhaal. Toch is dat dat geen beletsel voor soms wonderlijk mooie omschrijvingen. Ik kan even niet snel zo'n passage vinden, maar geloof me, he's got a way with words!

Iets anders waar Golding in uitblinkt, is het verzinnen van een interessant uitgangspunt. Want zeg nou eerlijk, bestaat er een avontuurlijker scenario voor een verhaal dan een jongenskoor dat op een onbewoond eiland crasht en het alleen moet zien te rooien? De lezer die een romantisch Robinson Crusoë-achtig relaas verwacht, komt echter bedrogen uit. Golding is namelijk niet optimistisch over de menselijke aard. Beschaving lijkt in zijn boek maar een dun laagje vernis op een zee van barbarij. Er zijn enkele goedwillende personages, zoals de geboren leider Ralph. Hij probeert de groep kinderen in het gareel te houden om zo redding mogelijk te maken. Hij wordt daarbij bijgestaan door 'Piggy', een dikkerd die niet serieus wordt genomen door de rest van de jongens. Jammer, want hij heeft de meeste brains van allemaal; zijn ideeën klinken alleen niet aantrekkelijk genoeg.

Jack, Ralphs jaloerse tegenstrever, weet wél hoe hij mensen enthousiast kan maken en vormt al snel een groep jagers. Met jachtpartijen op de inheemse wilde zwijnen en wilde feesten weet hij de stemming er al snel in te krijgen, zonder dat er echte vooruitgang geboekt wordt. Natuurlijk, het vlees smaakt erg lekker na weken van alleen maar fruit en Jacks stoere woorden geven hoop, maar een realistisch langetermijnplan heeft hij niet. Het lijkt verdorie Geert Wilders wel. Het boek staat bol van de symboliek. Op het web zijn er veel sites die daarop ingaan - vast gemaakt voor en door vele wanhopige scholieren voor wie het boek verplichte kost is en daarom alle glans verliest (zo verging het mij in VWO6 tenminste... bah!). Maar ik dwaal af.

Tussen de flarden kritiek op foute vormen van politiek en religie komt het thema 'beschaving versus chaos' het duidelijkst naar voren in het boek. Door de millennia heen hebben filosofen en religieuze denkers de menselijke toestand omschreven als een continue worsteling met de onvoorspelbare grappen en grillen van het universum. Beschaving is vanuit dat perspectief gezien een manier om de verwildering en willekeur buiten de deur en in onze diepste krochten te houden. Samen staan we sterker, is het idee... áls mensen er persoonlijk voor kiezen om mee te werken. Golding benadrukt die essentiële rol van het individu:
The theme is an attempt to trace the defects of society back to the defects of human nature. The moral is that the shape of a society must depend on the ethical nature of the individual and not on any political system however apparently logical or respectable. The whole book is symbolic in nature [spoilers; selecteer om te lezen:]except the rescue in the end where adult life appears, dignified and capable, but in reality enmeshed in the same evil as the symbolic life of the children on the island. The officer, having interrupted a man-hunt, prepares to take the children off the island in a cruiser which will presently be hunting its enemy in the same implacable way. And who will rescue the adult and his cruiser?
De maatschappij rust volgens Golding dus op de ethische overtuiging van elk individu; begrijpelijk dat je dan wat pessimistisch wordt. Regisseur Peter Brook, die het boek in 1963 verfilmde met behulp van een echte roedel jochies op een echt onbewoond eiland, was na de opnames nóg zwartgalliger:
“People always ask whether the children understood and what effect it had on them ... My experience showed me that the only falsification in Golding’s fable is the length of time the descent to savagery takes. His action takes about three months. I believe that if the cork of continued adult presence were removed from the bottle, complete catastrophe could occur within one long weekend.”
Ik kan mezelf wel vinden in het pessimisme van Golding en Brook. Dat lijkt misschien vreemd, omdat ik me humanist noem, en humanisten zijn doorgaans onverbetelijke optimisten die niks willen weten van iets als inherente slechtheid van de mens. Maar er is bewijs genoeg dat als de omstandigheden 'juist' zijn, een persoon ten prooi valt aan instincten die tegen zijn eigen welzijn en dat van anderen ingaan. Neem alleen al de sociologische experimenten van Milgram en de beruchte in de gevangenis van Stanford. En dan hebben we het nog over beperkte tests in een gecontroleerde omgeving. In een (mini-)maatschappij kan onnadenkend kiezen voor het volgen van egoïstische, gewelddadige instincten leiden tot het verdriet, lijden of zelfs de dood van anderen.

Goldings standpunt is duidelijk: vrede en samenwerking kosten veel denkwerk en inzet, en mensen kunnen de benodigde motivatie en zelfbeheersing lang niet altijd opbrengen. Zelfs niet als samenwerking door omstandigheden een kwestie van leven of dood is. Daarbij vergeef ik het hem dat hij z'n theorieën op jochies projecteert die niet ouder zijn dan een jaar of 10 — dat was ongetwijfeld om zijn boodschap sterker te maken. Kinderen zijn immers de onschuld zelve (willen we graag geloven) en als die elkaar halfnaakt en besmeurd met vuil en oorlogskleuren naar het leven staan, zijn de woorden op het eind extra tragisch: "Ralph wept for the end of innocence, the darkness of man's heart..."

Ik weet wel dat als ik een situatie als in het boek terechtkwam, ik samen met Ralph (ben niet zo'n leidersfiguur) vanaf het begin zou hameren op het feit dat een gebrek aan samenwerking onze dood zal betekenen. Of zou ik — angstig en onzeker — toch Jack volgen, zodat ik me kan wentelen in een bedwelmend bad van geweld, bijgeloof en machtsvertoon? Ik ben vast niet de enige die zich dat afvraagt. Dus wie doet er deze zomer mee? Lord of the Flies 2: Massacre on Rottumerplaat

4 opmerkingen:

  1. Dat is ook toevallig! Gisteren was ik bij een schooltheatervoorstelling waarin mijn broertje meespeelde die losjes geïnspireerd was op 'Lord of the Flies'. Het boek speelde ook een rol in het stuk.
    Het ging over een schoolreis van een christelijke middelbare school. Die pubers vonden zichzelf 24 uur lang opgesloten in een huis. Langzaam, of eigenlijk vrij snel, wordt het een hedonistisch en grimmig tafereel. In de tweede acte zijn we in de studio van een christelijke omroepvereniging, die hun Big Brother achtige experiment helaas na 24 uur hebben moeten afbreken. De experts en ouders geven commentaar en gaan met elkaar in discussie. Vrij snel wordt duidelijk dat zij het er niet veel beter van af brengen en vervallen in gekijf.

    Het citaat `The moral is that the shape of a society must depend on the ethical nature of the individual and not on any political system however apparently logical or respectable´ is me overigens uit het hart gegrepen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Best somber toneelstuk dus eigenlijk, of is ontnuchterend een beter woord? Je kunt zeggen dat het boek een christelijke ondertoon heeft, zoals verwoord door Golding, die suggereert dat de mens zichzelf niet van z'n slechte neigingen kan bevrijden.

    Hoe dan ook, ik hoop dat je broertje er ongeschonden uit is gekomen (tip: zodra hij een geïmproviseerde speer bij zich begint te dragen, moet je uitkijken). :)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Integendeel, het was hilarisch! Maar achteraf kwam de 'kater' - wat wilde dit stuk eigenlijk zeggen? In die zin ook wel somber. Eigenlijk zat ik me echt te bescheuren, en achteraf denk je: moet ik me eigenlijk schamen dat ik hier zo hard om moet lachen? De tragische slechtheid van de mensheid?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Het leven is een goed vertelde slechte grap.

    (c) Harmen

    BeantwoordenVerwijderen