23-12-2009

Recensie: The Birth of Satan

Ik heb een leuke mededeling, zo met de Kerst: De duivel is een verzinsel, hij is niet echt! Het is een karakter die in het leven is geroepen om het kwaad een gezicht te geven. Tenminste, dat is een conclusie die na het lezen van het boek The Birth of Satan - Tracing the Devil's biblical roots (2005) kan worden bereikt. En de schrijvers zijn nog christen ook, zoals ze in het voorwoord uitleggen.

Gregory Mobley is namelijk een protestantse docent Oude Testament aan Andover Newton Theological School. Co-auteur T.J. Wray is een rooms-katholiek en doceert Religiestudies aan de Salve Regina University. Hun boek windt er geen doekjes om: De boosaardige tegenstrever van God is gedestilleerd uit karakters uit Egyptische, Kanaänitische, Mesopotamische en Perzische religies en mythen. Vervolgens waren ingrijpende omstandigheden over een periode van vele eeuwen een katalysator voor Satans populariteit bij Joden en christenen. In hun beknopte boek zetten de schrijvers vele tientallen passages over de duivel (of soortgelijke schepsels) op een rij en plaatsen ze in context, waardoor er een handig overzicht ontstaat van het ontstaan van deze controversiële figuur.

Satan vóór de ballingschap
Globaal zijn de boeken van het Oude Testament in te delen in twee periodes: pre- en post-ballingschap. In de pre-ballingschapsperiode bestond de duivel zoals we hem nu kennen nog niet. God was zowel de leverancier van goed als van kwaad. Elders worden in het OT aardse tegenstanders met de term satan of hassatan aangeduid, wat dan zoveel betekent als, jawel, tegenstander. Verder staat het eerste deel van de Bijbel vol met verwijzingen naar door God aangestuurde wezens met lugubere taken (de Verderver, de Engel des Doods) en andere moordlustige en angstwekkende types (de slang, Molech, Leviathan), vaak producten van regionale mythologie en folklore. Deze beelden zouden later bijdragen aan het beeld van Satan.

Satan na de ballingschap
De traumatische deportatie van de Joodse elite naar Babylon in de zesde eeuw voor onze jaartelling had een grote impact, zeker op religieus gebied. De Joden maakten in Babylon namelijk kennis met het religieuze dualisme van het daar populaire zoroastrianisme: de wereld is verwikkeld in een constante strijd tussen goed (in de persoon van Ahura Mazda, de Wijze Heer) en kwaad (Ahriman, de Boze Geest). Deze theologie verschafte een uitweg uit de impasse waar het jodendom zich als speelbal van diverse tirannen in bevond. Absoluut dieptepunt en de spreekwoordelijke druppel was de ballingschap. Waarom deed Yahweh zijn geliefde volk dit allemaal aan? Van het oude verbond tussen de Joden en hun god leek niet veel meer over te zijn. Misschien waren er andere, duistere krachten aan het werk?

Satan wordt een soort bliksemafleider, een zondebok voor al het onheil dat het Joodse volk overkomt. Yahweh wordt zodoende gespaard. Eerder gebeurde dat volgens de auteurs al in mindere mate door hemelse tuchtigingen aan de 'Hand van God' toe te schrijven in plaats van aan God zelf. De boeken die tijdens en na de ballingschap werden geschreven, zoals Job, Zacharia en 1 Kronieken, bevatten voor het eerst een herkenbaar, bovennatuurlijk personage met de rol van aanklager en uitdeler van beproevingen. Daarvóór stond het woord satan zoals gezegd slechts voor de rol van tegenstander of obstakel. In Job is de duivel een gehoorzame dienaar aan het hemelse hof die een bak ellende over de arme Job uitstort, precies zoals hem door God wordt opgedragen. In de na de ballingschap welig tierende apocalyptische literatuur (o.a. de boeken Daniël, Jubileeën en Enoch) krijgt Satan een nog grotere en machtigere rol als rebel met eigen snode plannen. Het dualisme krijgt verder vorm, zou je kunnen zeggen.

Satan in het Nieuwe Testament
Pas in het Nieuwe Testament wordt Satan wie hij nu is. In de evangeliën is hij de aartsvijand van Jezus. De twee zijn samen met hun hulptroepen – engelen en demonen – verwikkeld in een felle strijd om op aarde een geestelijk koninkrijk te stichten. De invloed van apocalyptische literatuur is duidelijk. Apostel Paulus gaat verderop in het NT in zijn brieven niet zozeer in op Satans rol als kosmische tegenstrever van God, maar stelt hem liever gelijk aan de wereld buiten de kerk, en dan in het bijzonder aan zijn criticasters en rivaliserende religieuze leiders. Hiermee schept hij helaas een jammerlijk precedent dat later voor veel ellende zou zorgen, net als de schrijver van het Evangelie van Johannes, die de Joden satanisch noemt. Als Paulus eens wist dat enkele van de (tientallen, honderden?) brieven die hij schreef 2000 jaar lang als heilige teksten gekoesterd zouden worden, had hij dingen misschien iets anders verwoord...

In het waanzinnige apocalyptische boek Openbaringen ("If written today, we would deem it a horror story or dark fantasy", p.137) is Satan pas echt op de top van zijn boosaardige kunnen. Hij is nu de "Titan of Evil", zoals Wray en Mobley hem meermalen noemen. Als aanvoerder van een leger van demonen trekt hij ten strijde tegen de hemelse machten. Het is strijd en bloed en vuur en mythische chaosmonsters wat de klok slaat. Dit alles culmineert in een grande finale à la Zoroaster waarin de duivel wordt verslagen en het goede overwint. Het is goed te zien dat dit bijbelboek (deels) geschreven werd tijdens een periode van vervolging door, en intense haat jegens het Romeinse Rijk. Uitermate fascinerend leesvoer tijdens saaie kerkdiensten, kan ik u vertellen. Zelfs voor iemand die meer met sciencefiction heeft dan met fantasy!

Geen meesterwerk
Helaas is The Birth of Satan maar matig geschreven. De tekst loopt niet lekker, de (chronologische) lijn is vaak lastig te volgen en bepaalde claims hadden beter onderbouwd mogen worden. Voorbeeld: De behoefte aan een bevredigendere theodicee (als 'religious coping mechanism') als verklaring voor de introductie van Satan in het jodendom verdient een grondiger toelichting, passend bij de sleutelrol die het in het boek vervult. Ondanks de beperkte ruimte is er veel herhaling en zijn er in een poging het onderwerp 'hip' te maken zelfs zinloze verwijzingen naar de film Constantine toegevoegd. Inderdaad, die belabberde met Keanu "Single Facial Expression" Reeves. Hoe dan ook, 200 pagina's zijn niet genoeg om het veelomvattende onderwerp Satan te behandelen, zeker niet voor deze schrijvers. Het boek kan ondanks de fragmentarische structuur en het summiere karakter als naslagwerk functioneren, mede dankzij de handige samenvattingen aan het einde van ieder hoofdstuk. Bibliografie en voetnoten laten weinig te wensen over.

De conclusie in het laatste hoofstuk is wat tam. Na al het bewijs dat het boek presenteert, mogen de auteurs best een wat steviger stelling innemen als het gaat om de onwaarschijnlijkheid van het bestaan van de duivel. In plaats daarvan stellen ze erg genuanceerd (misschien om hun banen niet in gevaar te brengen?) dat Satan een functie heeft als symbool van het kwaad, en dat de kosmische strijdmythe mensen kan inspireren in hun gevecht tegen onrecht en andere ellende. Hoewel ik het met de schrijvers eens ben dat zo'n functie zijn waarde heeft, vind ik wel dat vage begrippen als Satan en het kwaad op praktischer niveau resoluut naar de achtergrond geschoven dienen te worden. Ze zorgen vooral voor verwarring en zinloze en gevaarlijke generalisaties. Gelukkig zie ik veel maatschappelijk en anderszins betrokken christenen die zich niet verliezen in prietpraat over 'geestelijke strijd' en liever gerichte actie ondernemen. Waarvoor hulde.

Persoonlijke anekdote
Zelf kon ik vroeger bijzonder weinig met de duivel, ook nadat ik hem mentaal had ontdaan van zijn cartooneske voorkomen met horens, rode huid en bokkenpoten (een uitdossing die volgens het boek terug te voeren is op de Griekse god Pan en de Kanaänitische demon Habayu). Het concept 'God' is toch een stuk intuïtiever, wellicht dankzij aansprekende predikaten als Hemelse Vader en Schepper. De duivel staat echter symbool voor alles wat eng, naar en vervelend is. Daardoor ontstaat een nogal abstract personage, dat, afhankelijk van de gelovige, te pas en te onpas op onwenselijke zaken kan worden geprojecteerd. Actueel voorbeeld: Toen Rage Against the Machine "Killing in the name of...!" brulde, plakte ik daar als jochie "...the Devil!" achter, gebaseerd op een behoorlijk achterlijk boekje over duivelse invloeden in popmuziek en mijn eigen ontzag voor woeste rockers.

Lezersvraag
De duivel is een personage dat door de eeuwen heen gaandeweg tot wasdom kwam. Dat is mij in ieder geval duidelijk na het lezen van The Birth of Satan. Hij maakt in de Bijbel een veel duidelijker ontwikkeling door dan God of de engelen. Zelfs christenen kunnen daar moeilijk omheen. Wat ik me nu afvraag is of een christendom zonder kosmische tegenstander mogelijk is. De auteurs denken van wel, zo geven ze aan het einde tussen de regels door te kennen. Ik heb die indruk ook, want veel christenen die ik ken schijnen prima te kunnen geloven zonder veel aandacht te schenken aan Satan. Ik zou graag willen weten wat mijn 2,8 lezers hiervan vinden. In welke mate houd jij rekening met de duivel? En is een christendom, of beter, een leven zonder symbolen van het kwaad mogelijk?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten