Dieper dan diep

De duizenden sterren die je 's nachts met het blote oog kunt zien, zijn allemaal van ons eigen sterrenstelsel, het Melkwegstelsel. Het lijken er best veel, maar die paar duizend vallen in het niet bij het totaal: het Melkwegstelsel heeft minimaal 100 miljard sterren, terwijl sommige wetenschappers betogen dat er vier keer zoveel zijn. De rest van de sterren is gewoon niet helder genoeg om te zien. Natuurlijk zijn er altijd nog telescopen, maar tussen de sterren zweeft gas en stof, waar ze niet altijd doorheen kunnen loeren. Dat laatste is de reden dat het totale aantal sterren in ons stelsel zo moeilijk te schatten is. Bijkomend probleem is dat we het Melkwegstelsel vanuit een ongunstige hoek zien, waardoor het een sliert (foto 1, 2) van sterren en stof lijkt. Da's logisch, want het is een schijf waar we zelf onderdeel van zijn.
Toch zijn grote delen wél zichtbaar, en omdat sterrenstelsels bijna altijd symmetrisch zijn, hebben astronomen toch een aardige indruk van het totaalplaatje. Daarbij komt dat er sterrenstelsels zijn die waarschijnlijk op de onze lijken, zoals de spiraalstelsels NGC 7331 en NGC 1232. Ook onze naaste buur, het Andromedastelsel, dat zich "maar" op 2,5 miljoen lichtjaar afstand bevindt, heeft een spiraalvorm. Maar sterrenstelsels komen in allerlei vormen, maten en kleuren. Geschat wordt dat er in het zichtbare universum enkele honderden miljarden zijn. Met het blote oog zie je daar weer een erg klein deel van: een stuk of drie, en dan wel alleen buiten de stad met al z'n lichtvervuiling. Daarvan is het Andromedastelsel het best zichtbaar - inderdaad, omdat hij zo dichtbij staat. Weliswaar als wazig wolkje, maar als hij een stuk helderder zou schijnen, zou je dit bizarre schouwspel aan de nachthemel zien.
Veel sterrenstelsels zijn met een gewone telescoop op Aarde te zien, maar we hebben ook kunstmatige ogen in de ruimte. Eentje daarvan is NASA's Hubble Space Telescope, die in een baan om de Aarde draait. In 2004 werd dit speeltje in totaal vijftien dagen lang op een piepklein en nietszeggend stukje zwarte hemel gericht, met adembenemend resultaat: een foto met de naam Hubble Ultra Deep Field. In een gebied dat voor ons niet groter is dan een zandkorrel op armslengte(!), zag de Hubble wel tienduizend sterrenstelsels. Sommige ervan liggen op een afstand van zo'n dertien miljard lichtjaar. Dat betekent dat ze relatief kort na de Big Bang zijn ontstaan en dus jong zijn. Dat betekent weer dat ze belangrijke hints bevatten over de evolutie van sterrenstelsels en het heelal. Voer voor astronomen dus!
Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar als ik naar het Ultra Deep Field kijk, krijg ik zowat een religieuze ervaring. Ieder stipje dat je ziet is een gigantische verzameling van licht en materie. Zelfs met de snelheid van het licht (1 miljard km/u) doe je er nog 100 duizend jaar over om een gemiddeld sterrenstelsel te doorkruisen! Toch zweeft het als een miniscuul stofdeeltje in de peilloze leegte van het heelal, en dat doet me vol verwondering zwijgen... al typend dan, hè.
Heb je zo je best gedaan.. reageert er niemand! Nou.. ik wel hoor.. De leegte heeft me altijd gefascineerd... Nu begrijp ik ook waarom je geen tijd hebt om stukkies voor ons te schrijven!! ;)
BeantwoordenVerwijderen...........krijg ik haast een religieuze ervaring..........nou, niet voor niets, je mutti
BeantwoordenVerwijderen